Nu nationalisme weer salonfähig is in West-Europa, buitelen analisten over elkaar heen om achterliggende macrotrends te schetsen die hiermee samenhangen. Eén van die trends is globalisering.
In hun recentste publicatie bestuderen onderzoekers Italo Colantone en Piero Stanig van de Universiteit van Bocconi de relatie tussen globalisering en verkiezingsuitslagen in vijftien Europese landen in de periode tussen 1988 en 2007.
Meer specifiek keken beide wetenschappers naar de relatie tussen de economische impact van goedkope importgoederen uit China, regionale industrialisatie en regionale verkiezingsuitslagen.
Ze ontdekten dat een sterke ‘Chinese economische schok’ op plaatselijk niveau gerelateerd is aan groeiende steun voor nationalistische partijen – in zijn algemeenheid vindt dan een ruk naar rechts plaats. Maar een toename van de Chinese export naar Europa heeft niet op alle Europese regio’s dezelfde impact heeft; die hangt samen met de historische samenstelling van het arbeidspotentieel in het land.
Chinese import en opkomend nationalisme
De onderzoekers ontdekten dat er in gebieden die meer blootstaan aan handelsschokken vanuit China, een toenemend draagvlak is voor nationalisme en rechtse partijen. Daarbij is er een significant verschil met regio’s binnen landen die niet door de Chinese handel worden geraakt.
De onderzochte landen zijn Oostenrijk, België, Finland, Duitsland, Griekenland, Ierland, Italië, Noorwegen, Portugal, Spanje, Zweden, Zwitserland en het Verenigd Koninkrijk.
Overigens is Europa niet het enige continent waar de impact van handel nauw samenhangt met politieke verschuivingen.
Afgelopen november toonden de economen David Autor, David Dorn, Gordon Hanson en Kaveh Majlesi aan dat de gebieden in de VS die het hardst geraakt waren door economische schokken, de meeste neiging hadden zich van het politieke midden af te bewegen.
Het is wel belangrijk om te beseffen dat handelsschokken niet de enige variabelen zijn die het kiesgedrag beïnvloeden. De relatie tussen economie, sociale trends en politieke ontwikkelingen in zowel Europa als de VS is te complex om in afzonderlijke studies te vangen.
De studies roepen wel vragen op over hoe politici tijdens verkiezingen inspelen op het onbehagen van kiezers. En belangrijker, welk beleid ze voeren. Ook wat dat aangaat hebben Colantone en Stanig zo hun eigen analyses.
Globalisering en herverdeling welvaart
"De belangrijkste boodschap van deze studie is dat globalisering op lange termijn mogelijk niet duurzaam is wanneer er geen effectief beleid is dat voor de herverdeling van welvaart zorgt en de zogeheten 'verliezers' van de globalisering compenseert", aldus de auteurs.
"De ongelijke verdeling van de door internationale handel gegenereerde welvaart heeft geleid tot grote bezorgdheid over en oppositie tegen internationale handel. Dat sentiment wordt opgepikt door nationalisten en radicaal rechtse partijen - die kiezen voor een combinatie van een sterke interne markt en streng protectionisme. Deze 'beleidsbundeling' staat (...) bekend onder de noemer 'economisch nationalisme'. Nu steeds meer partijen succes boeken met dit economisch nationalisme, nadert mogelijk het einde van de globalisering. En misschien zelfs wel een omkering ervan."